Gebruik van genotmiddelen en slaap- en kalmeringsmiddelen heeft niet alleen effect op iemands stemming. Het heeft ook effect op het lichaam. Lichamelijke klachten kunnen verergeren door het gebruik. Veel klachten worden zelfs veroorzaakt door gebruik. Welke klachten herkent jouw patiënt? Welke klachten kunnen in verband gebracht worden met gebruik?

Klik op het middel en op de verschillende organen en lees welke lichamelijke klachten hierbij horen

Geslachtorganen

Bij zwangerschap wordt blowen ten strengste afgeraden. Cannabis komt namelijk ook in het nog ongeboren kind terecht. Bij borstvoeding wordt blowen afgeraden omdat cannabis in de moedermelk terechtkomt. Blowen tijdens de zwangerschap en na de zwangerschap heeft een negatieve invloed op de verdere ontwikkeling van het kind.

Luchtpijp

Bij een joint roken adem je meer teer in dan bij het roken van een sigaret. De teerdeeltjes beschadigen de luchtpijp en longblaasjes. Daardoor gaan de cellen ontsteken.

Bij mensen die veel blowen of roken, sterven de aangetaste cellen af en worden vervangen door slijmcellen. Deze produceren veel slijm, dat allemaal opgehoest moet worden: de rokershoest. Dit hoesten kan de longblaasjes beschadigen, waardoor de longen uiteindelijk minder goed gaan werken. Daarnaast kan de teer het erfelijke materiaal van de cellen veranderen, waardoor er kanker kan ontstaan.

 

Mond

Tijdens gebruik hebben mensen vaak een droge mond. Op langere termijn kan door het roken van cannabis, net als bij het roken van sigaretten, mondkanker ontstaan en ontstoken tandvlees.

 

Nieren

Het afbreken en onschadelijk maken van de THC gebeurt voor een deel in de nieren. Het afbreken van THC in het lichaam duurt lang. Voor een deel van de THC geldt dat iedere 30 uur de hoeveelheid afbraakproducten halveert (halveringstijd). De afbraakproducten zijn dus nog behoorlijk lang na gebruik zichtbaar in urine. Daarnaast wordt een deel van de THC opgenomen in je vet, waar de THC  langzaam uit vrijkomt.
Dit zorgt ervoor dat cannabis nog lang na gebruik in je lichaam aantoonbaar blijft. Als je heel af en toe gebruikt is dit 1 tot 3 dagen, bij intensief gebruik wel tot 2 tot 3 weken.

Lever

De lever helpt bij het afbreken en onschadelijk maken van giftige stoffen. De THC wordt met behulp van deze enzymen bijna volledig omgezet in afbraakproducten in afbraakproducten (metabolieten). Niet alles wordt afgebroken in de lever, een deel van de THC wordt opgeslagen in je vet.

Longen

Als cannabis gerookt wordt in een joint (hasj of wiet met tabak vermengd) komen net als bij een het roken van een sigaret giftige stoffen zoals teer en koolstofmonoxide in de longen. Bij cannabisverbranding komen er nog veel meer giftige stoffen vrij dan bij ‘gewoon’ roken. Dit kan astma veroorzaken. Je kunt gaan hoesten en last krijgen van een piepende ademhaling.

Een andere ziekte die daardoor veroorzaakt kan worden is longkanker. In de longen ontstaat dan een tumor. Van alle mensen met longkanker heeft maar liefst negentig procent gerookt. Jaarlijks sterven er ongeveer negenduizend mensen aan longkanker. Bovendien zal één op de twee rokers eerder sterven door te roken. Kijk voor meer rokersaandoeningen bij het torso van roken

Op welk moment je ook stopt met roken, er is altijd gezondheidswinst te halen. Hoe langer gestopt, hoe meer je lichaam herstelt.

 

Maag

Tijdens gebruik kan iemand misselijk worden. Zeker in wanneer cannabis in combinatie met alcohol wordt gebruikt is dit vaak een risico.

Hart

Onder invloed van cannabis krijgt iemand een snelle hartslag en gaat de bloeddruk omlaag. Dit kan gevaarlijk zijn voor mensen met hart- en vaatproblemen.

Met het roken van een joint wordt ook koolstofmonoxide (CO) ingeademd. Dat zorg ervoor dat de longblaasjes minder zuurstof krijgen. Om toch voldoende zuurstof te kunnen krijgen moet het bloed sneller gaan stromen. Dat is de reden dat het hart sneller gaat kloppen. Ook nicotine zorgt ervoor dat het hart sneller gaat kloppen. Dat kan op termijn het hart beschadigen en tot hartaandoeningen leiden.

Een joint met tabak heeft ook op je aders een slechte invloed. Dat komt door de nicotine. Nicotine verzwakt de aderwand en zorgt voor meer van het slechte cholesterol LDL in het bloed. Dat zorgt ervoor dat er vetophoping in de vaatwand plaatsvindt. De vaten vernauwen hierdoor (slagaderverkalking / atherosclerose). Ook mensen die blowen lopen daardoor, net als rokers, meer kans op een hart- of herseninfarct of –bloeding.

Hersenen

Cannabisgebruik heeft invloed op verschillende hersencentra. Tijdens gebruik kan iemand hoofdpijn krijgen en duizelig worden. Je kunt er ook een ‘lachkick’ (giechelen, slappe lach) en een ‘vreetkick’ (veel trek) van krijgen, of juist heel angstig worden van gebruik.

De concentratie, het reactievermogen en het kortetermijngeheugen verminderen. Je wordt vergeetachtig en kunt je minder goed concentreren. Iemand die geblowd heeft loopt dus meer risico in het verkeer en bij het werken met machines. Deelnemen aan het verkeer is dan zelfs verboden.

Op langere termijn kan cannabis ernstige psychisch klachten uitlokken, bijvoorbeeld psychoses. Ook kunnen depressieve klachten een onwerkelijk gevoel (de-realisatie), je niet goed kunnen concentreren en vermoeidheid ontstaan. Ook kan iemand schokken in het hoofd voelen, tintelingen, spiertrekkingen, zichtproblemen en duizelingen.