Gebruik van genotmiddelen en slaap- en kalmeringsmiddelen heeft niet alleen effect op iemands stemming. Het heeft ook effect op het lichaam. Lichamelijke klachten kunnen verergeren door het gebruik. Veel klachten worden zelfs veroorzaakt door gebruik. Welke klachten herkent jouw patiënt? Welke klachten kunnen in verband gebracht worden met gebruik?

Klik op het middel en op de verschillende organen en lees welke lichamelijke klachten hierbij horen

Strottenhoofd

Alcohol wordt gedronken en komt dus via de mond binnen. Vervolgens komt de alcohol na het doorslikken terecht in de slokdarm. Vanaf het drinken van zes glazen is er een grotere kans op kanker in de mond, keel en in het strottehoofd. Vrouwen hebben zelfs al vanaf vier glazen een grote kans op slokdarmkanker. Ook kan het eerder voor infecties en het niet helen van wonden zorgen.

Hart

De alcohol wordt opgenomen in het bloed. Het hart pompt het bloed, met de alcohol, door het hele lichaam en alle organen. Door de alcohol moet het hart harder werken om het bloed rond te pompen. Daardoor kun je vermoeidheidsklachten krijgen. Bij vaak en veel drinken kan je hart beschadigen en op den duur zijn werk niet meer goed doen. Vanaf het drinken van drie glazen alcohol per dag is er een verhoogde kans op een hartinfarct.

Lever

Na de hersenen brengt het bloed alcohol naar de lever. Alcohol is giftig. Acetaldehyde is een giftige stof, een afbraakproduct waar we last van hebben. De lever breekt dat gif af en daarvoor moet de

lever hard werken. De lever doet er ongeveer 1,5u over om één glas alcohol af te breken. Door veel alcohol te drinken kan de lever beschadigd raken waardoor hij niet meer goed kan werken. Als er langdurig en veel wordt gedronken, kan de lever zelfs onherstelbaar worden beschadigd.

Ook bij stevig weekenddrinkgedrag kan de lever vervetten. Dit betekent dat de lever niet genoeg tijd krijgt om te herstellen. De lever slaat daardoor vet op, en dat is te merken aan de zogenaamde vetlever.

Nieren

In de nieren worden vocht en afvalstoffen uit het bloed gehaald. Als je veel drinkt moet je veel plassen. Alcohol heeft een vochtafdrijvende werking. Er kan dus, ondanks veel drinken, toch een vochttekort ontstaan. Van alcohol drinken krijg je dus dorst, in plaats van dat het je dorst lest. Dat vochtverlies zorgt na overmatig drinken ook voor nadorst. Ook zorgt het vochtverlies de volgende dag voor de bekende (kater) hoofdpijn. Daarnaast kan het de slaap verstoren als je steeds uit bed moet om te plassen

Darmen

Na de maag komt alcohol terecht in de darmen. De darmen zorgen er voor dat de alcohol wordt opgenomen in het bloed. Vanaf drie glazen per dag is er een verhoogde kans op dikke darm en endeldarm kanker. Op den duur kan dit ook de trek in voedsel of zelfs een gezond metabolisme verstoren. Vitaminegebrek kan vermoeidheid veroorzaken. Er is een relatie tussen goed werkende darmflora en je immuunsysteem. Hierdoor kunnen zich allergieën en infecties ontwikkelen.

Hersenen

Alcohol komt via het bloed ook in de hersenen. Alcohol heeft een verdovend effect op alle hersenfuncties. Het werkt ontremmend en je wordt onverschilliger. Ook merk je het verdovende effect doordat iemand tijdens het drinken steeds minder goed kan horen en minder goed kan zien. Ook het praten, denken en bewegen vertraagt door de alcohol.

Drinken voor het slapen gaan verstoort de verwerkingsprocessen die zich afspelen in de hersenen. Alcohol verhindert zo een gezonde slaap.

Als iemand regelmatig te veel drinkt gaan de hersenen op den duur minder goed werken. Al vanaf het drinken van drie glazen per dag, is er het risico hersenweefsel te verliezen. Dat zorgt voor vergeetachtigheid. Hoe vaker en hoe meer er gedronken wordt, hoe meer hersenschade ontstaat. Vanaf het drinken van zeven glazen per dag is er meer kans op een herseninfarct.

Regelmatig veel drinken veroorzaakt een vermindering van de cognitieve functies.