Er zijn een aantal stappen die je in een gesprek met een patient kan doorlopen. Van signalering tot methodes om verandering te realiseren. Je kan dit per middel bekijken.

Signalering

Het gebruik van benzodiazepinen gaat vaak gepaard met de volgende klachten:
  • somberheid
  • vermoeidheid
  • vervlakking van emoties
  • verwondingen door vallen
Vraag naar het gebruik: gebruikt u wel eens slaap- en kalmeringsmiddelen?

Ja

Nee

Ja

Vraag naar het gebruik van benzodiazepinen. Vraag daarbij ook naar het gebruik van deze middelen die niet voorgeschreven zijn. Denk aan het gebruik van de medicatie van iemand anders of het bestellen via het internet. Reageer positief en neutraal, bekrachtig het feit dat de patiënt durft te praten over zijn gebruik. Mogelijke vragen:
  • Sinds wanneer gebruik je slaap- en kalmeringsmiddelen?
  • Waarom ben je daarmee begonnen, welke klachten had je?
  • Wanneer merkte je dat het uit de hand begon te lopen?
  • Heb je wel eens en stoppoging gewaagd?
  • Wat is de functie van het gebruik, wat doet het voor je? Wat vind je er prettig aan?
  • Wat zijn de nadelen van het gebruik, welke last heb je?
Gebruikers zijn zich niet altijd bewust van de indicatie van het gebruik van deze middelen. Deel deze richtlijnen met de patiënt:

Richtlijnen

Richtlijnen

Geef de indicatie voor het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen. Bij benzodiazepinen is het belangrijk dat ze niet te lang worden gebruikt. De richtlijnen van huisartsen geven de volgende termijnen aan:
  • Bij gebruik als slaapmiddel: maximaal 14 dagen aaneengesloten gebruiken.
  • Bij gebruik als middel bij angst, spanning of onrust: maximaal 2 maanden aaneengesloten gebruiken.
  • Bij gebruik voor andere aandoeningen (bijvoorbeeld epilepsie, ernstige psychische problemen): mogelijk langere gebruiksduur aanbevolen.
Leg vervolgens uit waarom langer gebruik van deze middelen een risico vormt:

Risico's

Risico's

Waarom niet lang gebruiken? Daar zijn vijf redenen voor:
  • Benzodiazepinen leiden tot verslaving. Tijdig stoppen voorkomt verslaving.
  • De werking neemt af. Bij sommige middelen al na twee weken.
  • Je raakt gewend aan de bijwerkingen. Mensen die gestopt zijn met benzodiazepinen merken dat ze zich fitter, helderder en prettiger voelen. Ze hadden eerst niet door hoe versuffend de benzodiazepinen werkten.
  • Stoppen wordt moeilijk. Benzodiazepinen werken op termijn verslavend. Bij stoppen treden ontwenningsverschijnselen op.
  • Het is beter voor lichaam en psyche om slaap- en kalmeringsmiddelen slechts kort te gebruiken. Benzodiazepinen lossen de oorzaak van uw lichamelijke of psychische problemen niet op. Ze onderdrukken alleen uw gevoelens van onrust en spanning. Op een gegeven moment merkt u dus niets meer van de werking. U merkt mogelijk wel dat u klachten krijgt als u stopt. U bent dan verslaafd geraakt aan benzodiazepinen.
Geef de patiënt een positief perspectief, op de korte termijn is stoppen lastig, op de lange termijn levert het voordelen op voor de lichamelijke en psychische gezondheid.

Stopadvies

Stopadvies

Geef een stopadvies en vertel de patiënt dat de medicatie wordt afgebouwd. Geef ruimte om te reageren, laat patiënt zijn zorgen en angsten vertellen en reageer hier begripvol op. Leg uit dat het belangrijk is om eerst af te bouwen en daarna te bezien welke angst- of slaapklachten de patiënt heeft. Daarna kan hulp worden geboden, bijvoorbeeld aan angstbehandeling of slaapcursus.

Afbouw

Afbouw

Ga starten met de afbouw. Maak daarbij gebruik van het boekje 'Benzo de baas. Succesvol zelf uw slaap- en kalmeringsmiddelen afbouwen'. Zie ook het patiëntenpakket voor slaap- en kalmeringsmiddelen. Het is belangrijk om een goed plan te maken en je daar dan ook aan te houden. Hoe langer het afbouwen duurt, hoe lastiger het wordt. Bij normaal gebruik is een afbouw van vier tot zes weken gebruikelijk. Bij overmatig gebruik in overleg met de huisarts.

Nee

De patiënt gebruikt geen benzodiazepinen. Geen vervolg stappen nodig op dit gebied.